missionaris

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  missionaris    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mis·si·o·na·ris
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rooms-katholieke zendeling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1777 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord missionaris missionarissen
verkleinwoord missionarisje missionarisjes

Zelfstandig naamwoord

demissionarism

  1. iemand door de katholieke kerk gezonden om het geloof te verbreiden
    • De missionaris richtte een ziekenzaaltje op. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord missionaris staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.