moederschaprust

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  moederschaprust    (hulp, bestand)
  • IPA: /'mudərsxɑprʏst/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • moe·der·schap·rust
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord moederschaprust
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demoederschaprustv/m

  1. voorbevallingsrust en nabevallingsrust samen
     Binnen het stelsel moederschaprust onderscheidt men twee periodes: de prenatale en de postnatale rustperiode.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord moederschaprust staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Lieselotte Cowie
    “Zwanger aan het werk: dit moet je weten” (21 december 2016) op hln.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.