molm

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  molm    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɔləm/ (1 of 2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • molm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord molm -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

molm m en o

  1. vergaan materiaal
  2. zich ophopend afval op de bodem van een aquarium
    • Je kunt molm met een hevel opzuigen. 
Hyponiemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
molmen

molm

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van molmen
    • Ik molm. 
  2. gebiedende wijs van molmen
    • Molm! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van molmen
    • Molm je? 

Gangbaarheid

  • Het woord molm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
58 %van de Nederlanders;
46 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.