mottig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mottig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mot·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van mot met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen mottigmottigermottigst
verbogen mottigemottigeremottigste
partitief mottigsmottigers-

Bijvoeglijk naamwoord

mottig

  1. door de mot aangevreten waardoor er in kleding allemaal kleine gaatjes kunnen zitten
    • Na een jaar in de kast te hebben gehangen was het wollen pak helemaal mottig geworden. 
  2. (België) heel lelijk

Gangbaarheid

  • Het woord mottig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.