mozaïek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mozaïek    (hulp, bestand)
  • IPA: /mozaˈik/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mo·za·iek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mozaïek mozaïeken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het mozaïek v / m of o

  1. (kunst) figuur van aaneengesloten kleine, ingelegde stukjes glas, steen, hout die op een harde ondergrond zijn bevestigd
     Op het mozaïek is een oorlogstafereel afgebeeld.[4]
  2. (figuurlijk) geheel van kleine onderdelen dat een onbedoeld patroon of onverwachte samenhang laat zien
     Maar wie beweert zijn geschiedenis te kennen, zoals Poetin deed, kan daar geen enkele rechtvaardiging aan ontlenen om grondgebied te claimen. Zodra je graaft in de geschiedenis zie je een mozaïek van ‘vreemde’ invloeden die elke claim ondermijnen. Alsof je überhaupt een land mag claimen.[5]
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord mozaïek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.