naainaald

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  naainaald    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnajnalt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • naai·naald
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord naainaald naainaalden
verkleinwoord naainaaldje naainaaldjes

Zelfstandig naamwoord

denaainaaldv/m

  1. (huishouden) scherpe naald met een oog, die men gebruikt voor naaiwerk
    • Tonges probeerde de naald uit zijn mond te krijgen, maar dat lukte niet direct omdat het vastzat. Toen hij er uiteindelijk in geslaagd was, zag hij dat het niet om een houtje ging. "Het leek een gewone naainaald, maar er zat geen oogje in. Het was scherp aan beide kanten". [2] 
    • Een Facebookgebruiker had enkele dagen geleden aan de bel getrokken over de naalden. Hij stelde dat een vriend "een halve naainaald had geconsumeerd" en met hevige pijn naar het ziekenhuis moest. Uit nader onderzoek zou zijn gebleken dat ook een naald in een andere aardbei zat. [3] 
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'naainaald' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.