nastaren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nastaren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·sta·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

nastaren [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
nastaren
staarde na
nagestaard
zwak -d volledig
  1. volgen met de ogen
    • Antwerpen heeft de reputatie het modemekka bij uitstek te zijn. Volgens Stephanie, persverantwoordelijke bij Fashion Club, voeren de Antwerpse boetieks het meest modieuze beleid. 'Alles kan en alles mag hier, niemand zal je nastaren. [2] 
    • Kato begrijpt dat haar relatie plots nieuws is. 'Normaal gezien wil Vlaanderen dit niet weten. Maar met zoveel kijkers snap ik wel dat mensen dit interessant vinden. We zullen wel zien hoe mensen op straat zullen reageren. Ze zullen ons nastaren, maar dat deden ze al toen we geen koppel waren. [3] 
    • Eerder deze week begroette Jyoti Amge het publiek in Mumbai (Bombay). Ze werd er door de menigte in de lucht gehouden zodat iedereen haar goed kon zien. Toch vreest de jonge vrouw dat ze door haar kleine gestalte te bekend zal worden. 'Het probleem met bekend zijn is dat mensen je overal gaan nastaren. Sommigen stellen ook zeer vervelende privévragen.' [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord nastaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.