naturen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  naturen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·tu·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
naturen
tuurde na
nagetuurd
zwak -d volledig

Werkwoord

naturen [1]

  1. overgankelijk oplettend een persoon of zaak volgen die zich verwijdert [2]

Zelfstandig naamwoord

denaturenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord natuur

Gangbaarheid

  • Het woord naturen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
61 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Noors

Woordafbreking
  • na·tu·ren

Zelfstandig naamwoord

naturen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van natur

Nynorsk

Woordafbreking
  • na·tu·ren

Zelfstandig naamwoord

naturen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van natur
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.