nataal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nataal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·taal
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Latijnse nātus ("geboren"), van nāscī ("geboren worden") met het achtervoegsel -aal [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen nataalnatalernataalst
verbogen natalenatalerenataalste
partitief nataalsnatalers-

Bijvoeglijk naamwoord

nataal

  1. de geboorte betreffend
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord nataal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
66 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.