native
Engels
Uitspraak
- VK: /ˈneɪtɪv/
- VS /ˈneɪtəv/, /ˈneɪtɪv/
- VS (hulp, bestand)
Woordafbreking
- na·tive
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
native | more native | most native |
Bijvoeglijk naamwoord
native
- inheems, geboren en getogen, geboorte-
- «He visited his native land.»
- Hij bezocht zijn geboorteland.
- «He visited his native land.»
enkelvoud | meervoud |
---|---|
native | natives |
Zelfstandig naamwoord
native
- inheemse, autochtoon, inboorling
- «The natives were restless.»
- De inboorlingen waren onrustig.
- «The natives were restless.»
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.