inheemse
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inheemse (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·heem·se
Bijvoeglijk naamwoord
inheemse
- verbogen vorm van de stellende trap van inheems
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inheemse | inheemsen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de inheemse v
- vrouw die ergens al woont sinds haar geboorte
Synoniemen
- inlandster, oerbewoonster, inlandse, inboorlinge, allochtone
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord inheemse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inheemse" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.