natuurgebied

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  natuurgebied    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·tuur·ge·bied
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord natuurgebied natuurgebieden
verkleinwoord natuurgebiedje natuurgebiedjes

Zelfstandig naamwoord

hetnatuurgebiedo

  1. een gebied met opvallende eigenschappen als het gaat om flora, fauna, geologische of landschappelijke gesteldheid, zoals dit bijvoorbeeld tot uiting komt in een grote uitgestrektheid of biodiversiteit

Gangbaarheid

  • Het woord natuurgebied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.