natuurijs
Niet te verwarren met: natuurreis |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: natuurijs (hulp, bestand)
- IPA: / naˈtyrɛis / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- na·tuur·ijs
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van natuur zn en ijs zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | natuurijs | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het natuurijs o
- ijs dat op natuurlijke wijze is ontstaan
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord natuurijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "natuurijs" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.