natuurwetenschapper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  natuurwetenschapper    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·tuur·we·ten·schap·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord natuurwetenschapper natuurwetenschappers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

denatuurwetenschapperm

  1. (beroep) (wetenschap) wetenschapper die zich bezighoudt met natuurwetenschap
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord natuurwetenschapper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.