navi

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  navi    (hulp, bestand)
  • IPA: /nəvi'im/
  • Sofeer: nəviiem
Woordafbreking
  • na·vi
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord navi neviiem
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

denavim

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) profeet

Gangbaarheid

  • Het woord 'navi' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands

Latijn

Werkwoord

vervoeging van
nāre

nāvī

  1. actief indicatief perfectum, eerste persoon enkelvoud van nāre
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.