nazisme

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nazisme    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·zis·me
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van nazi met het achtervoegsel -isme
enkelvoud meervoud
naamwoord nazisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetnazismeo

  1. (politiek) nationaalsocialisme
     Wanneer iemand zijn leven heeft gegeven voor zijn geloof en daarmee een martelaar is geworden, is er voor zaligverklaring geen wonder nodig. Dat was zo bij Titus Brandsma, die in 1985 zalig werd vanwege zijn verzet tegen het nazisme.[1]
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
  • nazistisch, nazi
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nazisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Liedeke Morssinkhof
    “Priester Titus Brandsma morgen heilig verklaard, genezen Amerikaan is erbij” (14 mei 2022), NOS
  2. www.nrc.nl (27 feb 2025)
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.