neder

Nederlands

Uitspraak
  • [A] Geluid:  neder    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈnedər/ (2 lettergrepen)
  • [B] Geluid:  nèder    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈnɛdər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ne·der
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

[A] neder

  1. neer
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
enkelvoud meervoud
naamwoord neder nedariem
verkleinwoord

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

[B]denèderm

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) gelofte

Gangbaarheid

  • Het woord neder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.