neming

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  neming    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ne·ming
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van nemen met het achtervoegsel -ing

enkelvoud meervoud
naamwoord neming nemingen
verkleinwoord neminkje neminkjes

Zelfstandig naamwoord

denemingv

  1. het nemen, (alleen in samenstellingen)
  2. (juridisch) verbeurdverklaring en rekwisitie van goederen
Hyponiemen
  • contactneming, gijzelneming, ontvangstneming, stellingneming

Gangbaarheid

  • Het woord neming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
42 %van de Nederlanders;
29 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.