netbeheerder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  netbeheerder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • net·be·heer·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord netbeheerder netbeheerders
verkleinwoord netbeheerdertje netbeheerdertjes

Zelfstandig naamwoord

denetbeheerderm

  1. (beroep) beheerder (persoon of bedrijf) van een netwerk, b.v. een elektriciteitsnetwerk of kabelnetwerk

Gangbaarheid

  • Het woord netbeheerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.