netjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  netjes    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnɛcəs/
Woordafbreking
  • net·jes
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van net met het achtervoegsel -jes dat er een bijwoord van maakt.
stellend
onverbogen netjes
verbogen (alleen
predicaat)

Bijvoeglijk naamwoord

netjes dim. tant.

  1. tot netheid geneigd
    • Zij is altijd al erg netjes geweest. 
Hyponiemen
Vertalingen

Bijwoord

netjes

  1. op een nette manier
    • Hij heeft zijn kamer netjes opgeruimd. 
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

denetjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord net

Gangbaarheid

  • Het woord netjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.