netkaart

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  netkaart    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • net·kaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord netkaart netkaarten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

denetkaartv/m

  1. abonnement dat recht geeft op het reizen met alle lijnen van een openbaarvervoerbedrijf
    • Reizigers die 2e klasse reizen met een netkaart, zijn volgens de vervoerder maandelijks 125 euro extra per maand kwijt. Voor 1e klasse zou dat 264 euro per maand zijn. Een trajectkaart zal tussen de 89 en 150 euro (2e klasse) en 150 en 258 euro (1e klasse) duurder uitvallen. [1] 
    • De tarieven van de abonnementen Dal Voordeel, Altijd Voordeel, Weekend Vrij, Kids Vrij en het Voordeelurenabonnement blijven ongewijzigd. De abonnementen Dal Vrij, Altijd Vrij en andere netkaarten zullen wel in prijs toenemen. De in augustus 2011 geïntroduceerde abonnementen zijn in januari 2012 niet in prijs verhoogd. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord netkaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.