neuroloog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  neuroloog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • neu·ro·loog
Woordherkomst en -opbouw
  • met het voorvoegsel neuro- en met het achtervoegsel -loog
enkelvoud meervoud
naamwoord neuroloog neurologen
verkleinwoord neuroloogje neuroloogjes

Zelfstandig naamwoord

deneuroloogm

  1. (beroep), (medisch) een arts-specialist met als vakgebied de neurologie (werking en ziekten van zenuwen, zenuwbanen en de hersenen)
    • Opnieuw omstreden neuroloog aan het werk [1] 
Hyponiemen
  • kinderneuroloog
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord neuroloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.