neuten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  neuten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • neu·ten

Zelfstandig naamwoord

deneutenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord neut

Werkwoord

neuten

  1. (Gents dialect) klagen, zeuren, knotteren

Gangbaarheid

  • Het woord neuten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.