newspeak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  newspeak    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɲuspiːk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • new·speak
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Engelse woorden new en speak. Oorspronkelijk de benaming voor een door George Orwell in de roman 1984 beschreven taal van een nieuw totalitair bewind [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord newspeak -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

denewspeakm

  1. (taalkunde) taal waarin nieuwe woorden worden samengesteld uit (delen van) oude woorden als onderdeel van nagestreefde veranderingen
    • Genderspecifiek beleid is namelijk gewoon Haagse newspeak voor discriminatie die wel mag. [2]
    • De Rotterdamse roc’s willen fuseren om te ‘defuseren’? Zulke newspeak duidt op een eigen wereld met een eigen werkelijkheid. [3]
  2. (pejoratief), (taalkunde) taalgebruik waarin de betekenis van bepaalde woorden is aangepast om een politiek doel te dienen
    • Het begrip ‘onveiligheid’ is in de context van Klavers brief ondraaglijke newspeak. De beschuldiging is altijd waar. Je hoeft niet aan te tonen waarom je je onveilig voelt, te zeggen dat je je zo voelt is genoeg. [4]
    • Ook huiszoekingen in verband met terrorismeonderzoek (‘visites’ in newspeak) kunnen voortaan zonder goedkeuring vooraf. [5]
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord newspeak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.