nijper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nijper    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nij·per
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van nijpen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord nijper nijpers
verkleinwoord nijpertje nijpertjes

Zelfstandig naamwoord

denijperm

  1. tang, klem, nijptang

Gangbaarheid

  • Het woord 'nijper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
42 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.