non-informatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: non-informatie (hulp, bestand)
- IPA: / ˈnɔniɱfɔrˌma(t)si / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- non-in·for·ma·tie
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van informatie zn met het voorvoegsel non-, gespeld met een koppelteken volgens spellingregel 6.I
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | non-informatie | - |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de non-informatie v
- (pejoratief) gegevens die wel worden aangeboden, maar niet ter zake doen
- Fnuikend is vooral het gebrek aan concreetheid. Hoe de ikverteller [sic!] heet, waar of wanneer zijn verhaal speelt - het blijft allemaal even onduidelijk. Dat levert reeds in de aanhef vage non-informatie op: ‘Ik was van huis gegaan, om mijn' vriend te... op zijn bekoorlijk buitenverblijf een bezoek te geeven, en daar ik het hem dikwijls beloofd had te zullen doen, doch telkens daar in door het een of ander toeval, verhinderd was, besloot ik het nu onverwacht te doen en hem te verrassen.’ [1]
Gangbaarheid
- Het woord non-informatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Buijnsters, P.J.Nederlandse kinderboeken uit de achttiende eeuw" in:Bekkering, H. e.a. (ed.)De hele Bibelebontse berg. De geschiedenis van het kinderboek in Nederland & Vlaanderen van de middeleeuwen tot heden. (1989) Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam; ISBN 9789021465548; p. 220; geraadpleegd 2019-12-04
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.