nonchalant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nonchalant    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌnɔ̃ʃaˈlɑnt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • non·cha·lant
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen nonchalantnonchalanternonchalantst
verbogen nonchalantenonchalanterenonchalantste
partitief nonchalantsnonchalanters-

Bijvoeglijk naamwoord

nonchalant

  1. achteloos, onbekommerd
    • Het is wel een zeer nonchalante jongen. 
     Oom Carl Lauritz gedroeg zich als de nogal nonchalante wereldwijze gastheer die hij was en bood de nieuw gearriveerden champagne aan, ook deze keer in de kunstzinnig ingewikkelde glazen waar je bijna onmogelijk uit kon drinken zonder te morsen.[2]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nonchalant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.