noodwendig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  noodwendig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nood·wen·dig
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Duits overgenomen Samenstellende afleiding van nood en de stam van wenden met het achtervoegsel -ig [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen noodwendignoodwendigernoodwendigst
verbogen noodwendigenoodwendigerenoodwendigste
partitief noodwendigsnoodwendigers-

Bijvoeglijk naamwoord

noodwendig [2]

  1. noodzakelijk, onvermijdelijk, onontkombaar, onvermijdbaar
Afgeleide begrippen
  • noodwendigheid

Gangbaarheid

  • Het woord noodwendig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.