nov.
Niet te verwarren met: nov |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: november (hulp, bestand)
- IPA: /noˈvɛmbər/
Woordafbreking
- nov.
Woordherkomst en -opbouw
- (verkorting) van het Nederlandse zelfstandige naamwoord november
Zelfstandig naamwoord
de nov. m
- (afkorting) elfde kalendermaand, november
- «De vergadering is 17 nov. 2011»
- De datum van de vergadering is 17 november 2011
- «De vergadering is 17 nov. 2011»
Opmerkingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Afkortingen van de namen van de maanden op website: taaladvies.net; geraadpleegd 2016-10-25
Gangbaarheid
- Het woord nov. staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.