nov.

Niet te verwarren met: nov

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  november    (hulp, bestand)
  • IPA: /noˈvɛmbər/
Woordafbreking
  • nov.
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

denov.m

  1. (afkorting) elfde kalendermaand, november
    «De vergadering is 17 nov. 2011»
    De datum van de vergadering is 17 november 2011
Opmerkingen
  • Echte afkortingen worden als regel met een punt geschreven, maar in opsommingen waar uit de context al duidelijk is dat het om de naam van een maand gaat is het gebruikelijk om de punt weg te laten: nov [1].

Meer informatie

Verwijzingen

Gangbaarheid

  • Het woord nov. staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.