nucleon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nucleon    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nu·cle·on
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘verzamelnaam voor de deeltjes van atoomkernen’ voor het eerst aangetroffen in 1967 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord nucleon nucleonen
verkleinwoord nucleontje nucleontjes

Zelfstandig naamwoord

hetnucleono

  1. (natuurkunde) deeltje in de atoomkern
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'nucleon' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
56 %van de Nederlanders;
70 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.