oath
Engels
Uitspraak
- Geluid: oath (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /əʊθ/
Woordafbreking
- oath
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Middelengelse woord "ooth" (= eed) , dat van het Oudengelse woord "āth" (= eed) komt.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
oath | oaths |
Zelfstandig naamwoord
oath
Vaste voorzetsels
- [1]: on oath
- [1]: under oath
Verwante begrippen
Typische woordcombinaties
- [1]: take, make, swear an oath
en eed doen
- [1]: on my oath
Ik zweer het!
- [1]: on oath
onder ede
- [1]: affirmation in lieu of an oath
- [1]: not under oath
- [1]: oath of allegiance
- [1]: oath of disclosure
- [1]: oath of fealty
- [1]: oath of loyalty
- [1]: oath of manifestation
- [1]: oath of office
- [1]: oath of a witness
- [2]: oath taking
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.