oefeninterland

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oefeninterland    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • oe·fen·in·ter·land
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oefeninterland oefeninterlands
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de oefeninterland m

  1. (sport) een oefenwedstrijd tussen nationale teams
    ▸ Frank de Boer hoopt in Amsterdam zijn eerste overwinning als bondscoach van het Nederlands elftal te behalen. Zijn ploeg neemt het vanaf 20.45 uur in de Johan Cruijff Arena op tegen Spanje. De oefeninterland tegen Spanje dient als voorbereiding op de laatste groepswedstrijden in de Nations League en is live te zien op NPO 3.[1]
    ▸ De Nederlandse voetbalsters hebben een oefeninterland tegen de Verenigde Staten in Breda kansloos met 2-0 verloren. De Amerikaanse doelpunten waren van Rose Lavelle en Kristie Mewis. Oranje kwam in de hele wedstrijd tot geen enkele echte doelpoging.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord oefeninterland staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. ↑ Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Wekdienst 11/11: Aftrap carnaval en Sint-Maarten in coronatijd • Oranje vs. Spanje” (Woensdag 11 november 2020, 06:55), NOS
  2. ↑ Weblink bron
    NOS Voetbal
    “Oranjevrouwen verliezen kansloos van VS in reprise van WK-finale” (Vrijdag 27 november 2020, 20:31), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.