oerwoud

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oerwoud    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • oer·woud
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van woud met het voorvoegsel oer-
enkelvoud meervoud
naamwoord oerwoud oerwouden
verkleinwoord oerwoudje oerwoudjes

Zelfstandig naamwoord

hetoerwoudo

  1. woud, grotendeels in zijn natuurlijke, ongeschonden staat
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • oerwoudachtig, oerwoudbewoner, oerwoudboom, oerwouddier, oerwoudgebied, oerwoudgeluid, oerwoudmens, oerwoudnatuur, oerwoudplant, oerwoudstreek, oerwoudtrommel
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oerwoud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.