official

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  official    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • of·fi·ci·al
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘officieel afgevaardigde’ voor het eerst aangetroffen in 1909 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord official officials
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deofficialm [3]

  1. (beroep) officieel afgevaardigd persoon (bij (sport)wedstrijden)
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord official staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.