omkijken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omkijken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·kij·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omkijken
keek om
omgekeken
klasse 1 volledig

Werkwoord

omkijken

  1. inergatief naar achteren kijken
    • Zonder om te kijken liep hij de kamer uit. 
  2. inergatief naar ~: interesse tonen en verzorgen
    • Er werd niet meer naar die oude vrouw omgekeken. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord omkijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.