omkoopsom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omkoopsom    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·koop·som
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord omkoopsom omkoopsommen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deomkoopsomv/m

  1. geld dat aan een functionaris als privépersoon wordt gegeven om een beslissing te maken als functionaris die in het voordeel is van degene die de omkoopsom betaalt
    • De Italiaanse premier Silvio Berlusconi was medeverantwoordelijk voor de omkoopsom die zijn mediabedrijf Fininvest in de jaren negentig van de vorige eeuw op tafel legde om de uitgever Mondadori te kopen. Dat constateert een rechtbank in de zaak tegen Fininvest. „Silvio Berlus [1] 
    • Behalve Oerlasjov zijn ook drie van zijn medewerkers opgepakt. De vier zouden een omkoopsom van omgerekend ruim 324 duizend euro hebben geëist van een aannemer. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord omkoopsom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.