ommekant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ommekant    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·me·kant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ommekant ommekanten
verkleinwoord ommekantje ommekantjes

Zelfstandig naamwoord

deommekantm

  1. de andere kant

Gangbaarheid

  • Het woord 'ommekant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
49 %van de Nederlanders;
70 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.