omrit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omrit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·rit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord omrit omritten
verkleinwoord omritje omritjes

Zelfstandig naamwoord

deomritm

  1. een tochtje dat ergens omheen gaat
  2. een tochtje dat via een omweg gaat

Gangbaarheid

  • Het woord 'omrit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
67 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.