omroepbaas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omroepbaas    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·roep·baas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord omroepbaas omroepbazen
verkleinwoord omroepbaasje omroepbaasjes

Zelfstandig naamwoord

deomroepbaasm

  1. de directeur van een omroep of een of meerdere televisiezenders of radiozenders.

Gangbaarheid

  • Het woord omroepbaas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.