omspoken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omspoken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·spo·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

omspoken [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omspoken
spookte om
omgespookt
zwak -t volledig
  1. het hier en daar bewegen van spoken
  2. (figuurlijk) geheimzinnig rondlopen of ronddwalen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'omspoken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
31 %van de Nederlanders;
31 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.