omstellen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omstellen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·stel·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

omstellen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omstellen
stelde om
omgesteld
zwak -d volledig
  1. anders worden
    • Medelijden heeft hij niet meer; als je je kameraden naast je van honger ziet sterven, geef je ze geen boterham [...] Nu is het echter anders geworden: je moet je omstellen, want nu ben je met vrouwen en kinderen in één kamp. [2] 
Synoniemen
Antoniemen
    Vertalingen

    Gangbaarheid

    • Het woord omstellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
    75 %van de Nederlanders;
    73 %van de Vlamingen.[3]

    Meer informatie

    Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.