omzeilen

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

  • Geluid:  ómzeilen    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈɔmzɛilə(n)/ (3 lettergrepen)
  • Geluid:  omzéílen    (hulp, bestand)
    • IPA: /ɔmˈzɛilə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • om·zei·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omzeilen
zeilde om
omgezeild
zwak -d volledig

Werkwoord

ómzeilen

  1. ergatief langs een omweg zeilen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omzeilen
omzeilde
omzeild
zwak -d volledig

Werkwoord

omzéílen

  1. overgankelijk via een omweg rond een obstakel zijn doel weten te bereiken
    • Zo hebben we die file netjes omzeild. 
  2. overgankelijk overdrachtelijk een moeilijkheid uit de weg weten te gaan, behoedzaam ontwijken
    • Die wet functioneert niet goed; mensen weten de bepalingen maar al te goed te omzeilen. 
     Dus hier hebben we een dilemma dat moeilijk te omzeilen is.[4]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord omzeilen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.