omzetgroei

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omzetgroei    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·zet·groei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord omzetgroei
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deomzetgroeim

  1. (economie) toename van de waarde van de verkochte producten of diensten
     Philips heeft een sterk jaar achter de rug, in lijn met de eigen doelstellingen voor omzetgroei en winstgevendheid. De omzet nam in 2018 toe met 5 procent naar 18,1 miljard euro. De nettowinst komt uit op 1,1 miljard euro. Dat is 800 miljoen euro lager dan in 2017.[1]
     Een omzetgroei van meer dan 4,5 miljard voor het moederbedrijf van Google en toch zijn beleggers niet tevreden. Ze zijn bang dat de groei van de advertentie-inkomsten afneemt.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord omzetgroei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Sterk jaar voor Philips, ondanks geopolitieke spanningen” (Dinsdag 29 januari 2019, 08:10), NOS
  2. Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Google-cijfers stellen beleggers teleur, winst fors lager door EU-boete” (Dinsdag 30 april 2019, 09:42), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.