onaandoenlijkheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onaandoenlijkheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·aan·doen·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onaandoenlijkheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deonaandoenlijkheidv

  1. het onvatbaar voor indrukken en emoties zijn
     De warmte, de muziek en het geroezemoes waren door Catharina's onaandoenlijkheid reeds tot buiten het bereik van zijn zintuigen teruggewezen, maar nu, terwijl hij hier met haar stond te praten als met een vreemde, ontviel hem ook de geschiedenis van hun intimiteit; met haar gelijkmoedige houding, ontkenning van alle inclinatie, liet Catharina die als een kledingstuk van zich afglijden, en telkens als hij het wilde oprapen woei het verder weg.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord onaandoenlijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.