onderhuur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onderhuur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·der·huur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderhuur onderhuren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deonderhuurv/m

  1. het huren van de huurder

Werkwoord

vervoeging van
onderhuren

onderhuur

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderhuren
    • ... dat ik onderhuur. 

Werkwoord

vervoeging van
onderhuren

onderhuur

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderhuren
    • Ik onderhuur. 
  2. gebiedende wijs van onderhuren
    • Onderhuur! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderhuren
    • Onderhuur je? 

Gangbaarheid

  • Het woord onderhuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.