onderonsje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onderonsje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɔn.də.'rɔn.sjə/
Woordafbreking
  • on·der·ons·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord onderonsje onderonsjes

Zelfstandig naamwoord

hetonderonsjeo dim. tant.

  1. gesprek in besloten kring of onder vier ogen
    • Wij hadden gisteren een gezellig onderonsje. 
  2. bijeenkomst met weinig mensen
    • Er waren muzikanten, toneelspelers, kunstenmakers, goochelaars, sneltekenaars en grappenmakers. Je kon van alles eten en er was drinken in overvloed. Nog nooit had de hoofdstad zo'n feest gevierd. Zelfs de verjaardag van Koning Palet was hierbij vergeleken maar een onderonsje. [1] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onderonsje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.