onkost

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onkost    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔŋkɔst/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • on·kost
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van  kost zn  met het voorvoegsel on-
enkelvoud meervoud
naamwoord onkost (onkosten) *
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deonkostm

  1. geld dat men moet uitgeven voor schade en verlies of bijkomende en onnodige zaken
Synoniemen
Opmerkingen
  • Het meervoud "onkosten" heeft dezelfde betekenis "geld dat men moet uitgeven voor schade en verlies of bijkomende en onnodige zaken" en is dus voor wat betreft de betekenis niet het meervoud van "onkost". De meervoudsvorm is standaardtaal; het enkelvoud wordt vooral in België wel gebruikt. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord onkost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Kost / kosten” op taaladvies.net
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.