onlust

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onlust    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·lust
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onlust onlusten
verkleinwoord onlustje onlustjes

Zelfstandig naamwoord

deonlustm

  1. gevoel van onbehagen
Antoniemen
Hyponiemen
  • levensonlust
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord onlust staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.