ontslag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontslag    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɔnt'slɑx/
Woordafbreking
  • ont·slag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ontslag ontslagen
verkleinwoord ontslagje ontslagjes

Zelfstandig naamwoord

hetontslago

  1. het verbreken van het dienstverband met een werknemer
    • Bij deze reorganisatie kregen een groot aantal werknemers hun ontslag. 
  2. Beëindiging van een ziekenhuisopname
    • Na ontslag uit het ziekenhuis moet de patiënt vaak nog thuis rust nemen. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ontslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.