onvruchtbaarheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onvruchtbaarheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·vrucht·baar·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onvruchtbaarheid onvruchtbaarheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deonvruchtbaarheidv

  1. (medisch) geen kinderen kunnen krijgen, infertiliteit
    • Oudere echtparen hebben een grotere kans op onvruchtbaarheid. 
  2. (landbouw) dor, schraal (van grond)
    • Onvruchtbaarheid van de grond is meestal een probleem bij boerderijen op zandgrond. 

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord onvruchtbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.